LIFESTYLE

Tekst: Joyce van der Meijden

Nu in CLASSY: Puppyliefde

Wie tegenwoordig rond een uur of zeven ’s morgens uit het raam kijkt, ziet ze gaan.
De mannen en vrouwen die zich met trots en ogen troebel van verliefdheid, of slaapgebrek, voortbewegen over de stoep. Naast hun wandelt een klein bolletje wol.

De ‘corona hond’, of ‘pandemie pup’, blijkt de beste bliksemafleider die je je kan wensen. Niet onbelangrijk, je kunt ’m onbeperkt knuffelen. Maar kleine puppy’s worden groot, krijgen ze na de pandemie nog wel voldoende aandacht?

Waar komt onze plotselinge puppywens vandaan?

‘Er is een grote menselijke behoefte aan tijdverdrijf ’, stelt psycholoog Monique Schouten. Zij is gespecialiseerd in de drijfveren van mensen. ‘We klagen wel over een tekort aan tijd, maar als er ruimte vrijkomt in de agenda vullen we die snel weer op. Mensen zijn graag afgeleid van zichzelf, dat is duidelijk zichtbaar in deze tijd. Bovendien wensen we onmiddellijke bevrediging van onze behoeften. Dus begint het ‘project pup’, wat op korte termijn afleiding biedt. Hoe dat op lange termijn uitpakt, is de vraag. Mensen overzien dat vaak niet. De huidige focus op een gezond leven speelt ook een rol. We willen af van de coronakilo’s, meer naar buiten en in beweging blijven. We denken dat we daar een hond voor nodig hebben.’

Martin Gaus herkent een grote knuffelbehoefte bij mensen. ‘We hebben tijd en zo’n jong hondje is buitengewoon vertederend. Het blijft echter niet bij uitlaten,’ waarschuwt hij, ‘voor je het weet, begint je pup aan het bankstel te knabbelen en start het feest van opvoeden. Daar moet je echt de tijd voor nemen.'

 

Lees het hele artikel nu in de nieuwe CLASSY Lifestyle!

Lees meer over: