LIFESTYLE

Opgroeien met vermogen... Dat is pech!

Welk effect heeft dat eigenlijk op een mens: opgroeien in een familie waarin geld geen enkele rol speelt? Heb je het dan altijd zwaar omdat je geen enkel benul van de waarde van geld hebt, of valt het mee?

Jullie kennen ze misschien wel. De kinderen uit de vermogende families op de hockey- en tennisclub. Terwijl jij het met een normale hoeveelheid zakgeld moest doen en niet altijd alles kon kopen, was bij hen the sky the limit. Ze trakteerden teamgenoten op snoep en cola en toen ze ouder werden, bestelden ze complete champagneflessen op de hockeyfeesten. Terwijl jij bij de Albert Heijn werkte om je eerste rijlessen te betalen, reden zij al in het splinternieuwe autootje rond dat ze voor hun achttiende verjaardag kregen. Maar ja, toen jij na je studie ergens bij een middelgroot bedrijf stage ging lopen en ging samenwonen in dat huurflatje, bleven zij ook op een gewone woensdagochtend kind aan huis bij de club. Hun studies – of wat er voor doorging – mislukten, vriendjes of vriendinnetjes bleven niet lang hangen en ze werden eigenlijk een beetje triest. De goed uitziende jongen met de designertrainingsbroek en de dure merkschoenen was een beetje zielig geworden. En de vraag blijft dan hangen: is het eigenlijk wel zo leuk om in een vermogende familie op te groeien?

Opgroeien in vermogende families

Pedagoog Ard Kil, hoogleraar aan de Nyenrode Business Universiteit, deed samen met collega’s onderzoek naar het fenomeen ‘opgroeien in een vermogende familie’ en schreef er een boekje over. Ze interviewden achttien erfgenamen van vermogende ouders over hun jeugd. Conclusie? Het is geen pretje als je opgroeit in een familie waarin er geld genoeg is. Is het echt zo verschrikkelijk? “Je hebt je ouders niet voor het kiezen, dus ze hebben het er maar mee te doen. Kijk, als je in een normaal gezin opgroeit, is er niet zoveel aan de hand. Je moet naar school, met mes en vork eten en veel verder gaat de bemoeienis met jouw leven niet en dat is ook helemaal niet nodig. Maar bij vermogende families staat bijna alles in het teken van de overdracht van het kapitaal, met als doel het allemaal in de familie te houden. En daar hoort een manier van leven bij die op geen enkele manier is te vergelijken met normale families.”

Leven met een geheim

Het grootste probleem is volgens Kil dat mensen moeten leren leven met een geheim. Vooral families waarin het geld al een tijdje aanwezig is, zien het als een uitdaging om niet te pronken met het kapitaal, om onder de radar te leven. “Je kunt als kind tegen niemand zeggen: mijn ouders hebben 70 miljoen en daarom leef ik zoals ik leef. Dat zou direct gevolgen hebben voor de manier waarop mensen met je omgaan. Ik weet bijvoorbeeld dat in de klas van mijn dochter het kind van een vermogende familie zat. Die jongen kon daar helemaal niet mee omgaan; hij wilde bijvoorbeeld als 18-jarige naar dure clubs en dan voor iedereen betalen. Dat leverde verwijdering op, want die vrienden wilden helemaal niet op de zak van iemand anders teren. Zij wilden ook wel eens een flesje wijn kopen, maar niet eentje van 40 euro natuurlijk. Dan zie je dat het schreef gaan groeien.”

Veiligheid

De tweede reden waarom ze met een geheim leven, heeft te maken met hun eigen veiligheid. “Zaken als chantage komen veel vaker voor dan dat we in het nieuws horen.” Daarom proberen families altijd zo fanatiek om hun namen buiten de Quote 500 te houden, want mensen die kwaad willen bladeren ook nog wel eens door het blad heen. Onlangs nog vertelde schrijver Ronald Giphart op de radio dat er rond zijn oude klasgenoot Willem-Alexander altijd wel wat beveiliging liep. Het is maar net hoe je daarmee omgaat trouwens, want volgens Giphart leed zijn oude klasgenoot daar niet onder en maakte hij er zelfs grappen over.

Niet met iedereen trouwen

Dat bewaken van geheimen zorgt er volgens Kil voor dat vermogende mensen vaak alleen met elkaar omgaan. “In die families wordt er echt opgelet dat je niet zomaar met iedereen trouwt. In de Middeleeuwen trouwde de adel met de adel en de regenten met de regenten. Dat is nog steeds het geval, er zijn nog volop feestjes die ervoor moeten zorgen de vermogenden met elkaar trouwen. Dat scheelt een heleboel gedoe. Je kan het financieel wel allemaal beschermen, maar het is toch makkelijker te managen als er mensen bijkomen die met dezelfde problemen hebben gedeald.”

Pech hebben

Maar even serieus: zo erg is het toch ook niet allemaal? Oké, je vergeet misschien wel eens de waarde van geld, maar er zijn grotere problemen in het leven. Toch? Kil wenst het echter niemand toe. “Je zal maar de pech hebben dat je vermogend bent. Voor veel mensen is dat een heerlijke gedachte, maar het is ook zeker pech hebben. Je hebt bijvoorbeeld families met het grootste bosbezit van Nederland. Klinkt goed, maar dat moet je allemaal onderhouden met boswachters, stukken verpachten en dan moet je dat allemaal delen met 160 mensen uit de familie. Het is geen rozengeur en maneschijn, je leeft in een hele beperkte omgeving.” En hoe het zit het dan bij het nieuwe geld? Dan levert het toch alleen maar leuke cadeaus op met de feestdagen? “Ja, maar het probleem is dat je dan geen enkele relatie legt tussen geld en werken. Als ik een gitaar zie van € 3.500, dan volgt er in mijn hoofd direct een berekening van wat ik daarvoor moet doen, maar in die families kunnen ze er gewoon tien kopen. En na je negende gitaar levert dat geen enkel plezier meer op. Je ziet vaak dat de ouders druk zijn met geld verdienen en dat compenseren door dure cadeaus te kopen. Daarmee verpest je een kind enorm. Pas na een of twee generaties, als nieuw geld oud geld aan het worden is, leren ze daarmee om te gaan, maar dan heb je weer het probleem van ‘het grote geheim’.”

Bij elkaar blijven

Er zijn natuurlijk mensen die uit de bocht vliegen binnen zo’n omgeving, waarin je veel verantwoordelijkheid hebt. Kan je het eigenlijk wel goed doen als je in zo’n familie opgroeit? “Dat is een goede vraag, maar de identiteitsontwikkeling is lastig, aangezien alles gericht is op ‘bij elkaar blijven’, ‘gewoon doen’ en ‘je niet onderscheiden’. Daar verzet de menselijke geest zich tegen. Je kan het wel goed doen, maar alleen als je braaf bent.” Zijn er geen voorbeelden van vermogende families waarbij de kinderen enigszins normaal opgroeiden? “Nee, dat is per definitie niet mogelijk. Want kun je als binnenschipper normaal leven? Kijk, het levert natuurlijk wel interessante ontmoetingen en mogelijkheden op, maar je kan er nooit voor uitkomen en dat maakt het lastig. Een goede vriendin van mijn vrouw is barones, maar dat zal ze nooit ergens vertellen. Dat geldt ook voor de huisartsen in een dorp, die liever ergens anders gaan winkelen. Een beetje onder de radar blijven is altijd het beste, maar daar word je niet beter van.”

Onderscheid

Kil maakt dus wel onderscheid tussen het oude geld en nieuwe geld. Je merkt dat als de familie eenmaal gewend is aan het geld, er veel voorzichtiger mee om wordt gegaan en dat dan ook het keurslijf voor de kinderen ontstaat. “Oude familie hebben al hun kinderen in opleidingsprogramma’s van de grote banken, omdat niemand belang heeft bij het feit dat de kinderen het geld opmaken. Als je alle tijd en geld van de wereld hebt, dan wordt het leven natuurlijk een zingevingsvraagstuk.” Jort Kelder heeft in zijn carrière al veel kinderen van vermogende families mogen spreken. “Ik vind dat je duidelijk onderscheid moet maken tussen oud en nieuw geld. Bij het nieuwe geld is het probleem dat die kinderen totaal verwend worden, dat ze in de watten worden gelegd en dat ze op geen enkele manier de waarde van geld zien.” Bij families met oud geld is dat volgens Kelder anders. “Die kinderen worden niet verwend, maar daar zie je heel erg de kramp ontstaan om dat familiekapitaal te bewaren. Daardoor wordt er heel weinig risico genomen.” In beide gevallen zullen kinderen in zijn ogen het vaak lastig hebben om uit te groeien tot goede ondernemers. “Ik noem dat eerder het ‘millennial probleem’. Als je zo veilig opgroeit in ‘t Gooi of in Amsterdam-Zuid, dan kom je weinig mensen buiten je bubbel tegen. Je gaat veilig naar goede scholen, goede sportclubs en later naar goede studentenverenigingen, en je leest de dingen die je moet lezen. Als je dan 25 bent en je begint jouw start-up, dan moet je iets doen wat per definitie heel onveilig is, namelijk klanten binnenhalen om je hoofd boven water te houden. Dat contrasteert altijd met dat hele veilige wereldje waarin je bent opgegroeid, want die gasten met een glazenwassersbedrijf met 200 man personeel kom je niet tegen bij de hockeyclub. En juist die voorbeelden heb je nodig.”

Conclusie: als je opgroeit in een vermogende familie heb je gewoon pech? “Dan heb je in ieder geval een ingewikkeld vraagstuk op te lossen.”

Lees meer over: